Bevallen met een ruggenprik

Bijna alle vrouwen ervaren een bevalling als erg pijnlijk. Hoewel pijn normaal is, kun je ervoor kiezen pijnbestrijding te nemen. De ruggenprik is daarvan een bekend voorbeeld. Wanneer kies je voor een ruggenprik?

Tijdens de bevalling zorgt de ontsluiting voor pijnlijke weeën. Bij de ontsluiting gaat de baarmoedermond steeds verder open, zodat uiteindelijk de baby erdoor past. Dat geeft vaak pijn in de buik, rug en soms ook in de benen. Hoe verder de ontsluiting is, hoe heviger meestal de pijn. Deze pijn is op te vangen door een bepaalde ademhalingstechniek: het welbekende puffen. Maar ook is het mogelijk om pijnbestrijding te nemen, om de pijn flink te verminderen. Dat betekent dat je bevalling niet thuis kan plaatsvinden, maar altijd in het ziekenhuis onder leiding van een gynaecoloog.

Verdoofde zenuwen

Een ruggenprik, ook wel epidurale verdoving, is zo’n vorm van pijnbestrijding. De ruggenprik staat bekend als de best werkende pijnbestrijding tijdens een bevalling. Dat komt omdat de pijnstilling via een prik in de rug meteen terecht komt in de epidurale ruimte waar de onderbuikzenuwen liggen. De prik verdooft deze zenuwen. Zo voel je de bevallingspijn bijna tot niet meer. De ruggenprik wordt altijd gezet door een anesthesioloog: de expert in verdovingen.

Medische reden

Sommige vrouwen besluiten al voor de bevalling dat zij een ruggenprik willen. Met de verloskundige spreken ze af wat hun wensen zijn. Deze komen in het bevalplan terecht. Het ziekenhuis waar je gaat bevallen, neemt vervolgens contact met je op voor een (telefonische) afspraak met de anesthesioloog. De ruggenprik moet immers wel veilig zijn. Het kan zijn dat er medische redenen zijn waardoor je geen ruggenprik kunt krijgen. Bijvoorbeeld door een stollingsstoornis of een infectie in de rug. Of de gynaecoloog raadt juist een ruggenprik aan, zoals bij fors overgewicht.

Ter plekke beslissen

Het kan ook zijn dat je pas tijdens de bevalling kiest voor een ruggenprik. Omdat de pijn niet draaglijk meer is bijvoorbeeld, of omdat ontspannen niet lukt. In dat geval kijkt de gynaecoloog of deze vorm van pijnbestrijding nog mogelijk is. Is de ontsluiting namelijk al vergevorderd, dan kun je geen ruggenprik meer krijgen. Ook kan het zijn dat er op dat moment geen anesthesioloog beschikbaar is die de epidurale verdoving kan zetten. Kan het wel, dan krijg je de ruggenprik zo snel mogelijk. Deze werkt meestal binnen 10 tot 20 minuten.

Risico’s

De ruggenprik zelf is in principe veilig voor jou en de baby. Wel kunnen er altijd bijwerkingen optreden. Een ruggenprik kan leiden tot een lagere bloeddruk bij de moeder, wat ook risico’s heeft voor de hartslag van de baby. Je krijgt een infuus met vocht om dit te voorkomen. Gebeurt het toch, dan kan de anesthesist een bloeddrukverhoger geven. Ook kan het zijn dat je koorts en jeuk krijgt, en tijdelijk verminderde kracht in je benen. Soms kan de ruggenprik ademnood geven, en bij zo’n 5 procent van de vrouwen werkt hij onvoldoende. Zorg dus dat je voor de bevalling goed weet wat de risico’s zijn en hoe je daarover denkt. Ga hierover in gesprek met de verloskundige of de gynaecoloog. 

Vergelijk
Ziekenhuizen om te vergelijken:
+ Ander ziekenhuis toevoegen Maximaal 3 ziekenhuizen
Cookies

Notificatie

Om de website goed te laten werken en de beste ervaring te kunnen bieden, hebben we inzicht nodig in het bezoek en gebruik van de website. We meten graag het effect van bezoek en campagnes. Hiervoor maakt deze website gebruik van cookies. Wij plaatsen onze cookies met respect voor privacy. Bekijk voor meer informatie ons privacybeleid.